De groei en bloei van de glastuinbouw
In de tweede helft van de 19e eeuw groeiden steden als Den Haag en Utrecht uit hun middeleeuwse jasje. In Utrecht werden de stadsmuren afgebroken en er kwamen nieuwe wijken zoals Oudwijk, Tolsteeg en Abstede.
De tuinders die daar generaties lang hadden gewoond aan de Minstroom, trokken naar de andere, vruchtbare, kant van de stad, aan de Alendorperwetering, in het huidige Máximapark en de wijk ’t Zand. Dezelfde verhuizing naar dit gebied maakten tuinders uit het Westland bij Den Haag. In eerste instantie werden er veel soorten groente en fruit verbouwd op de koude grond, daarna ook tropische vruchten in verwarmde glazen kassen.
De schoorstenen van de ketelhuizen voor de verwarming van de kassen zijn nu nog te zien aan de Wilhelminalaan en bij Forum ’t Zand. Nog altijd werd de meeste groente en fruit vervoerd naar de stad Utrecht. Dat veranderde na de Tweede Wereldoorlog. Door de bevolkingsgroei, verstedelijking, welvaartsgroei en Europese eenwording kwam er goedkoper groente en fruit van elders in Europa. Aan de andere kant opende de toenemende globalisering ook een geheel nieuwe en grotere markt.
Het hele glastuinbouwgebied ging over op de teelt van vele bloemensoorten die naar alle delen van de wereld werden geëxporteerd. Al snel werd duidelijk dat de bloemen niet meer via het water naar Aalsmeer vervoerd konden worden vanwege de bederfelijkheid. Begin jaren ’70 opende men daarom een eigen bloemenveiling, de Bloemenveiling Vleuten aan de Utrechtseweg, in de huidige wijk De Veiling bij de Brandweerpost Leidsche Rijn. De enorme bloei van de Vleutense glastuinbouw in de jaren ’60, ’70 en ’80 van de vorige eeuw leidde tot een toenemende vraag naar werknemers.
In zowel De Meern als in Vleuten vond daardoor veel woningbouw plaats, zoals de wijken Odenvelt in Vleuten en Nyevelt in De Meern.
Alsjeblieft
Dit artikel kreeg je van ons cadeau.
Wil je ook bijdragen aan toegankelijke historische kennis van jouw leefomgeving ?

Of draag financieel bij aan de Historische Vereniging! Zo houden we samen de historie levend.